|
||||||||
|
“Zaterdagochtend: de haan kraait nabij de camping waar de houten koppen rustig wakker worden..” (Ge)Varenwinkelfestival @ Tent De laatste avond van de 23ste editie van het (Ge)Varenwinkel blues, roots, rock & soul Festival zit erop en je kan van een succes spreken. De blauwe festivaltent en de roots tent waren beurt om beurt goed gevuld met mensen die vrij konden rondlopen én, met blues, boogiewoogie, gospel, roots en soul. De derde festival dag begon op de camping met het afhalen van het ontbijt in het partytentje van de voetbal en luisteren naar een lokale band (The Cover Up), die al vroeg in de morgen enthousiast een lustig liedje speelde. Enkele houten koppen draaiden zich nog eens om in hun slaapzakken, waarschijnlijk horen ze de vogels nog niet fluiten en alleen Zjef, kent hun besluiten… Als eerste en al vroeg in de namiddag openen is niet voor iedereen weggelegd. Onze eigen Paul Ambach die zich liever BOOGIE BOY laat noemen, maakt hier géén punt, maar een uitdaging van. Muziek is ontegensprekelijk de rode draad in het leven van deze muzikant en pientere business man met Joods bloed uit Antwerpen. Zijn vader zong als tenor in de opera van Lyon onder de (schuil)naam Jozef Peeters en de jonge Paul Ambach wou journalist of tolk worden, maar het lot besliste voor hem ook hier anders over. Ambach haalde JL Hooker naar hier en daarna James Brown en -om het met de woorden van Ian Anderson te zeggen- “The train it won’t stop going, no way to slow down…” (Jethro Tull: ‘Aqualung’, 1971). Ambach begon in 1975 met Make It Happen, waarmee hij concerten organiseerde en artiesten naar hier haalde. In maart 2001 verkocht hij de firma aan de Amerikaanse concertorganisator Live Nation. Alle artiesten opnoemen die zakenman Ambach in al die jaren al strikte, is onmogelijk. Daarnaast is hij ook nog altijd mede-eigenaar van de muziektempel Vorst National én zelf ook een gedreven muzikant en podiumbeest. Met Boogie Boy achter de piano gaat het dak eraf. Soul zit ingebakken in het DNA van de familie Ambach, dat bewijzen Paul’s dochter Marilyn (zij tourde als productie coördinator de wereld rond met Leonard Cohen) en zoon Nathan (hij is dj), daarbij kent muziek geen grenzen. Eén van Boogie Boy’s -of is het Paul Ambach’s- uitspraken is: “The best is yet to come…”. We zullen het hier in Herselt snel weten! Ik wou hem absoluut zelf eens live meemaken en daarom stond ik al als een van de eersten in de tent voor het podium voor het optreden van het “fenomeen” Boogie Boy. Zijn rode piano stond klaar, het bankje erachter en voor de back-up zorgden drie top-muzikanten: gitarist, producer en mediafiguur Eric Melaerts (LSP-band, Soulsister, Clouseau…), de Brugse bassist Carlo Van Belleghem (Sam Van Samang) en drummer Eric Bosteels (Hooverphonic, Sam Van Samang, Gorki …). Met enkele van de “leading” in de Belgische muziek scene en met de wijze woorden “The Blues will never leave” startte BB zijn muzikale trip, waarbij het belangrijk was van je klassiekers te kennen of, ze te leren van hem te leren. Het waren telkens uitstekende coverversies, met verschillende meer dan overtuigende solo’s van een der muzikanten. Op “(Call It) Stormy Monday Blues” van Aaron T-Bone Walker mocht Melaerts al een eerste keer op zijn prachtige Gibson een solo doen, op “Let the Good Times Roll” dat de meesten kennen van Ray Charles, speelde Boogie Boy zichzelf met een solo even in de kijker en met Preston Foster’s/Muddy Waters’ “Got My Mojo Workin’” kwamen ook Van Belleghem met een beduidende bassolo en Bosteels aan hun trekken. Daarna ging het jasje uit, het hemd uit de broek en volgde er nog een Willie Dixon/Muddy Waters’ klassieker “Hoochie Coochie Man”, die ook na drie akkoorden voor Ambach geen geheimen meer had. “I Got a Woman” is al de volgende indicator voor BB’s adoratie voor de “great” Ray Charles. Er volgden dan, met het nodige gefluit op de vingers en het voetje even op de bank, BB’s hit uit 1969 (geschreven door Roy Hawkins & Rick Darnell in 1951) “The Thrill is Gone”, zijn 1964-hit “How Blue Can You Get” en als afsluiter Ray Charles’ sing-along “What’d I Say”. Er kon dan met Sam Cooke’s “Bring It On Home” nog “a small one” vanaf, waarna we naar de roots tent snelden. Dank je Boogie Boy, de kleine man die iedere dag zonder zijn groene bril maar met zijn hoofd vol artiesten gaat slapen. Again, and again and again… Knap! Nummer twee vandaag is het ons meer dan vertrouwde trio van de veel gevraagde STEF PAGLIA. Stef was twaalf als hij voor het eerst naar een gitaar greep. Zijn leven veranderde sterk toen in 2014 zijn vader stierf. Omdat hij muzikant wou worden, volgde hij een opleiding bij het PXL Music in Hasselt, waar hij in 2018 afstudeerde. Stef Paglia’s eerste belangrijkste project is gitarist zijn van de BluesBones, de band rond zanger/frontman Nico De Cock (Big D Bookings). Hij vervoegde hen in 2012, nam met hen 3 studio en 3 live albums op en behaalde met hen een tweede plaats tijdens de EBC-2017 in Horsens, DK. Stef heeft al het podium mogen delen met toppers als Laurence Jones, The Nimmo Brothers, Eric Steckel en Danny Bryant. In 2016 vroeg Sean Webster hem in zijn band. Als eerste stap naar zijn solocarrière richtte hij met bassist Geert Schurmans (The Scabs, Cosmo's Foger-T) en de Canadese drummer Joel Purkess (Mason Rack band, Sean Webster) het Stef Paglia Trio op. In 2018 trokken ze naar de Superfly Studio’s (in Nottinghamshire, UK), om met producer Wayne Proctor (King King, Ben Poole...) hun debuutalbum ‘Never Forget’ (2019) op te nemen. Nog maar net terug van een geslaagd maar wat “stressy” optreden in Roemenië, stond hij fris gewassen in Herselt voor al een volgende show. Het STEF PAGLIA TRIO wordt stilaan een vaste waarde in de scene en een aardig volgelopen tent bevestigde dit. De set werd stevig ingezet met “Scuttle Buttin’”. Dit nummer uit ‘Couldn’t Stand the Weather’, een SRV-album uit 1984, was de wake up call voor de zombies en blues dummies die op de weide rondliepen. Na “The Unknown” stonden ervooral eigen nummers (die Stef schreef met zijn vriendin Iris Teunissen) van hun debuutalbum ‘Never Forget’ (2019) op de setlist. Ik vernoem hier o.a. “Take Me Away”, de lekker uitgesponnen ballade “Warmth Instead of Cold”, “Watch Out”, “Crush on You” en eentje die niet mag ontbreken en opgedragen is aan zijn overleden vader, “Mystery Heaven”. De Jimi Hendrix’ cover “Freedom” was de reguliere afsluiter, maar met de toetjes “I Got It Made” en “Them Changes” kreeg het publiek waarom het vroeg. Het Stef Paglia Trio bracht in Herselt een uur lang een prima set met een portie stevige en gedegen, soms funky blues/rock, die zienbaar en hoorbaar in de smaak viel. De link naar de volgende band is via Stef Paglia (die in de band al gitaar speelde) snel gelegd omdat Stef nog recent in de band speelde. PHIL BEE & BAND staan al meer dan 30 jaar op podia en Phil Bee zelf wordt bij de top van de Europese blueszangers gerekend. De Belg/Nederlander Phil Bee aka Phillippe Bastiaans werd geboren in Jemappes, een deelgemeente van Bergen. Later verhuisde hij naar Margraten in Nederlands Limburg. Muzikaal begon hij zijn carrière in 1990 bij The Big Pig Band en Lime Street, beide coverbands. In 1996 begon hij te zingen bij Doctor Rhythm, daarna was hij lid van The Hendrix Files en tourde hij met Steve Lukather en Jan Akkerman. In 2004 vormde hij zijn eigen band The Buzztones en daarna King Mo, met wie hij 'Live @ la Bonbonière' opnam. In 2011 mocht King Mo Nederland vertegenwoordigen op de IBC in Memphis, waar ze de halve finale bereikten. Nadat Phil Bee in 2013 King Mo ontbond, richtte hij, na een rustpauze van een half jaar, zijn nieuwe band Freedom op. Phil Bee’s Freedom won in 2015 de Dutch BC en haalde op de IBC in januari 2016 opnieuw de halve finale. In april 2016 behaalde de band de tweede plaats tijdens de EBC in Torrita di Siena, IT. In hetzelfde jaar werden zanger Phil Bee en gitarist John F. Klaver ook bekroond met de Dutch Blues Award 2015 ieder in hun categorie. In 2016 debuteerde de band met ‘Memphis Moon’. In het najaar van 2016 volgde het studio album 'Memphis Moon' en zijn laatste album 'Against the Wind’ (2020) was een Jimi Hendrix’ tribute. De podium bezetting van Phil Bee’s Freedom bestond naast Phil Bee uit gitaristen Guy Smeets & Pascal Lanslots, drummer Arie Verhaar, bassist Carlo van Belleghem, toetsenist Pascal Lanslots en achtergrondzangeressen Nicole Verouden & Tarah Ouwerkerk. Voor de show tijdens Moulin Blues 2019 in Ospel waren in de line-up, Guy Smeets (Dutch Blues Award, Beste Blues Muzikant 2019) en onze eigen Stef Paglia (The Bluesbones, Stef Paglia Trio) de gitaristen, de andere Belg Carlo Van Belleghem de bassist en Arie Verhaar de drummer. Live is een show van Phil Bee & Band een theatraal gebeuren, met Phil Bee als uitgesproken leider van een meestal sterk bezet podium. Hier in Herselt werd hun set aangekondigd door ene Julie Varenwinkel, die even Geert mocht vervangen. Phil Bee’s set opende met “Down the Line” en “Your Love” waarmee hij zichzelf als excellent zanger, de vijf andere muzikanten (inclusief twee gitaristen) en beide backings al direct op het hoogste trapje zette. Daarna volgde er de intrigerende slow blues "I Love You More Than You Ever Know" (een nummer waaraan Marvin Gaye meeschreef en dat in 1969 een hit werd van soulzanger Donny Edward Hathaway), de eigenzinnige én erg geslaagde Beatles’ cover/sing-along “Come Together” (‘Abbey Road’, 1969) en “Soulshine” dat wat reggae in zich had; inclusief fascinerende gitaar duels tussen Pascal Lanslots en de jonge Guy Smeets. "Got to Get Better" was erg funky, “Down Don’t Bother Me” van Derrek Trucks viel op door zijn prachtige en machtige finale en “Whippin’ Post” door de gitaar solo met Allman Brothers allures, die door de vele Nederlanders gepruimd werd. Phil Bee sloot af met “See You on the Other Side”. Daarna losten de emoties op in het donker en het werd het stil. Twee muzikanten van de Boogie Beasts namen het daarna in de rootstent voor hun eerste set over… In de tent waren we met KAI STRAUSS & THE ELECTRIC BLUES ALL STARS al aan de voorlaatste band toe. Ook hij is hier géén onbekende, want Kai stond tijdens de editie van 2019 met Big Daddy Wilson op het podium. Singer/songwriter, producer en gitarist Kai Strauss maakt al jaren in Duitsland deel uit van een “faszinierende Blues Szene”. In de jaren ‘80 groeide hij als tiener op in Münster/Osnabrück (Nedersaksen), in het Noorden van Duitsland. Meer dan vijftien jaar lang tourde Strauss wereldwijd als gitarist met Memo Gonzalez & The Bluescasters, ontmoette hij veel collega muzikanten en, bouwde hij aan zijn reputatie als hedendaags blues artiest. Via Gonzalez geraakte Strauss bevriend met bassist Erkan Özdemir, die nog altijd (nu vaak samen met zijn zonen Kenan: gitaar & Levent: drums, The Özdemirs) in de Europese tour band van Gonzalez actief is. Nadat hij de band van Gonzalez verliet, was Strauss éérst actief met The Kai Strauss Band en brachten ze hun debuutalbum ‘This Time’ (2012) uit. De EBAS waar Kai Strauss momenteel mee tourt (herinner je hun éérste optreden in België op 11/04/19 in de MOD in Hasselt!) zijn stadsgenoot/drummer Alex Lex (Keith Dunn, Louisiana Red, Billy Boy Arnold, Big Daddy Wilson, Bob Margolin) en uit Seattle, WA, bassist Kevin DuVernay (Johnny Copeland, Big Jay McNeely). Verder uit Steinfurt, saxofonist Thomas Feldmann (Igor Prado, Memo Gonzalez, BB & the Blues Shacks), Jens (?) een jonge wat zenuwachtige trompettist en Johnson (?) een toetsenist (waarvan ook de naam niet duidelijk overkwam). Live zou ik het optreden van Kai Strauss en the Electric Blues All Stars kunnen samenvatten als “Chicago Fender Blues”. Kai opende zijn set na een instrumentale intro (de jazz standard uit 1962 “Watermelon Man” van Herbie Hancock) met “You’re Killing My Love”, een nummer uit zijn laatste album ‘In Prime Time’ (2020). Ook “Guest in the House of the Blues” en “In My Prime” dat hij later in zijn set bracht, zijn tracks uit dit album. “Feel So Bad” is een uptempo nummer van Otis Rush met alweer een heerlijke sax solo van Feldmann en “Did You Wrong” kan je terugvinden op ‘Getting Personal’ (2017) en ‘Live in Concert’ (2019), waarop ook het funky “The Blues is Handmade”, de slow blues “Hard Life”, “Let Me Love You Baby” en de afsluiter “Got to Be Some Changes Made” staan. We kregen daarna nog “Put That Bottle Down” als “Zugabe” en gelukkig niet als verplichting opgelegd. Met Kai Strauss & the Electric Blues All Stars vierde de Chicago blues weer even hoogtij! Na hun doortocht hier in 2017 en 2019 en omdat driemaal scheepsrecht is, was de Amerikaanse Southern rockband ROBERT JON & THE WRECK die in Herselt hun nieuwe Europese tour startten, vanavond de headliner. Velen locals noemen hen al hun “Californische vrienden” en dat klopt, want Robert Jon Burrison is hier (na de Delta Saints) zowat kind aan huis en op de keper beschouwd, kan je stellen dat na hun debuutalbum ‘Fire Started’ (2011), (Ge)Varenwinkel 2017 de springplank was voor hun populariteit in Europa. Robert Jon Burrison groeide op in Cerritos, in het zuidoosten van Los Angeles County, CA. Robert Jon kon thuis gitaar spelen, drummen en (ook heel belangrijk) luisteren naar de oude lp’s met gospelmuziek van zijn vader. Toen hij op de middelbare school zat, begon hij zijn eerste eigen nummers te schrijven en op de universiteit in Glendora, CA, ontmoette hij drummer Andrew Espantman en Wong. Ze jamden regelmatig samen en ontmoetten Steve Maggiora. Later vervoegde gitarist Kristopher Butcher hen. In februari 2011 richtte Burrison zijn eigen band, The Wreck op. Zes maanden later hadden ze er al een eerste tournee opzitten en namen ze hun debuutalbum op. De EP ’Rhythm of the Road’ (2013) werd opgenomen met producer Warren Huart (Aerosmith) en geluidsingenieur Philip Allen (Adele). ‘Last Light on the Highway’ (2020) was al hun vijfde studio album. Het werd in de VS en Australië opgenomen en in eigen beheer geproduceerd. Het werd opnieuw een Southern Rock album, zoals we die kennen van bands als Lynyrd Skynyrd en Little Feat. We keken bij het optreden van Robert Jon & The Wreck erg uit naar de nummers van hun nieuwe album ‘Shine a Light on Me Brother’ dat hier in aanvang september verschijnt, want RJ overbrugde de Corona-maanden met het schrijven van songs, het merendeel samen met Ian Cullen. We moesten geduld hebben want eerst passeerden nog enkele nummers uit hun vorige album ‘Last Night on the Highway’ (2020) de review. We blikten op “Do You Remember” terug naar de “goeie oude tijd”, genoten van gitarist Henry James (hij is “de” stoïcijnse leider van de band die alles muzikaal bepaalt) op “This Time Around” en op “Work It Out” (op het album een nummer met blazers en achtergrondzang waardoor het een soul etiket kreeg) probeerde Steve Maggiora vanachter zijn orgel de blazers even te doen vergeten. Uit hun nieuwe album kregen we dan uiteindelijk “Everyday”, de titelsong “Shine a Light on me Brother”, “Ain’t No Young Love Song” en “Brother” en daar tussendoor ook nog hun meezinger “Oh Miss Carolina” en nog een ouder nummer “High Time” te horen. De derde passage van Robert Jon & the Wreck was er een, waarvan vooral hun goesting voor terug “on the road” te zijn afstraalde. Jon herhaalde het meerdere keren dat hij blij was om terug hier te zijn en wij, wij waren het ook. Als naar gewoonte was alles weer dik in orde tijdens de 23ste editie van het (ge)varenwinkel blues, roots, rock & soul festival dat dit jaar opnieuw de poorten op een kier mocht openzetten. De keuze van de bands, de sfeer, de techniek, de opkomst… alles wat prima verzorgd! Wij kunnen vanaf nu al wat positiever uitkijken naar de toekomst, waar er nog méér plaats voor muziek mogelijk moet zijn. Op naar september met nog diverse interessante toeters en bellen als de nieuwkomer SORTIE BLUES ’21 (11/09) en GOEZOT int HOFKE (25-26/09), die van hopsafaldera nu al naar mij lonken. See you there folks! Eric Schuurmans Na 2 prachtige USA bands gisteren in de Rootstent, wordt het vandaag een Belgische dag, maar geen kleinigheid, integendeel, het zal blijken dat in deze festivaltent de sfeer onweerstaanbaar wordt opgedreven door KIRRI WILLY ET LE MAGASIN DANGEREUX, de naam zegt genoeg. De voorspelde tornado, Kirri Valvekens samen met de Chilly Willy brothers, blijkt ons mee te nemen in een wervelwind die deze ganse tent gewoon optilt. Op de trekzak wordt het hele feest op gang getrokken door Bas Aerts met “Checking Up On My Baby”, dat verder de lont aansteekt van “Hey Baby, Que Paso ?” . De sax solo van Marc Steenbergen brengt de molen helemaal op gang en bij het zingen “turn around” wordt dit door de ganse band letterlijk genomen en zo ook gedanst, “Ai Ai” daar hebben ze mooi op geoefend en zo aanstekelijk dat de swing er nu ook inzit vooraan bij enkele koppels. “Hello Josephine”, met superbe Saxsolo, ook gitaar en harmonica krijgen hierbij elk hun eigen beurt, terwijl “Rocky” Bruno lustig de was doet en samen met Chris Holemans op drums en Louis Claes op bas, het ritme stevig aanzwiert op Fats zijn brouwsel. Den Huibbe en Kirri wisselen mekaar al zingend af, duidelijk is ook dat deze groep meniger zaal en tent gewoon laat exploderen, iedereen van ons beseft ook dat dit een feesttent is geworden. Ode aan Charlie Watts, voorbije week overleden op 80jarige leeftijd, met een spijtige maar gretige meezinger “It's All Over Now”. Nog zeker niet “over” hier, blij schreeuwende gezichten, met of zonder drank, we blijven genieten met “Who Were You Thinking Of” en “Baby Please”. De jaren zestig herinnerend, met She's About A Mover” waarin we allen “Hey Hey, What I Say” meezingen, waarbij Bas zijn hete accordeon inruilt voor trompet. Party time all around met “Mama Told Papa Boogie”. De Tex-Mex scheurt hier bijna de kleren van het lijf, keep on boogie all night long ...en het is nog maar half vijf. Bruno neemt zijn lepels ter hand om op het Vlaamse wasbord de juiste saffletten te geven. We trekken mee door een heerlijke groove naar de song “New Orleans” en met een nummer duidelijk voor deze band geschreven “Wooly Booly” dat wordt omgetoverd tot “Kiiri Willy”, Wim Huybrechts aka “Den Huibbe”, nodigt handshakend iedereen uit voor het strijdlied der overlevenden van dit festival. Kijk daar! De mooie Ierse “Brown Eyed Girl” van vader Van Morrison loopt hier ook rond, Sha-la-la-la, la-la, la -la, la-la- tee-da en de ganse band trekt tussen de zingende menigte. Uiteraard nog een Xtraatje “All Night Long” met solerende Kirri Valvekens en presentator “den Doc” die mee ter plaatse op het podium een marathon dreigt te lopen, no problem effe bijtanken, de avond is nog jong. Even toch opmerken dit festival, dat behoort tot één der grote Bluesfestivals onzer streken sinds 1998, de ganse winst en gage ook van deze band integraal gaat naar het goede doel “Help Brandwonden Kids”. Klimaatopwarming en Covid of niet, laat u verrassen door deze vijfkoppige Luikse band “EVERYONE IS GUILTY”, bedenk zelf maar de reden van deze groepsnaam. Ooit al een citytrip gedaan in eigen land ? Dan is ook Luik place to be, waar menig jonge muzikanten elkaar vinden. Vooral in weekends druipt de livemuziek er af in de autovrije wandelstraten van deze stad aan de Maas. Het veelzijdige topprogramma van deze Gevarenwinkel wordt weer eens bewezen. Een beetje filo en psychedelic mag er altijd wezen, zo kleuren ze ook de intro van “Lamb”met een pedalsteel links van Eric François en een cigarenbox met een metalen spiderbridge van een Dobro, in de handen van frontman en zanger/songwriter Micro Gasparrini. Voor “Dust To Dust” wordt dit laatste gewisseld voor een banjo, terwijl rechts op het podium de oranje Gretch hollowbody van Jérôme Mardaga, groots veelzijdig snarenwerk met geslaagd verheven solo's en de ritmesectie glansrijk in handen van Jon Crespini en Pierre Mulder. Weerom een improviserende psychedelische intro op “Guns” met slidelicks op de steelguitar en eigen riffs uit de progwereld. “Fire Horses” een nummer vanop hun voorlopig enig debuutalbum, Micro op banjo met een knipoog naar Johny Cash die ook staat mee te stampen. Op hun LP staat ook de samenwerking en zang van Slim Cessna, ref Slim Cessna's Auto Club, die het ook produceerde vanuit Denver / Colorado. Micro nu op Gibson hollowbody “When The Moon Goes Down”, met een voortreffelijke slow en diepe groove. De hele album wordt hier uit de Luikse opnamestudio getrokken en de alternatieve mystieke country met een Denversound talentvol live neergezet in “Mother”, “My Sweet Old Town” en “Cowboy” met de banjo. Hun vernieuwende stijl kan je ook beluisteren en mee beleven in bijhorende clips, zoals het verbijsterende “Silver” en “Gods Are Nothing”; Ik ben akkoord everyone is guilty. Terug naar de Rootstent, het podium dat vandaag luisterrijke vernieuwing brengt . We blijven net zoals vorige band in Luik, een verse combinatie “WELL WELL WELL”, met leden die je boogiebeesten mag noemen. Deze driekoppige band zal twee sets geven van een half uur, die telkens de loudness en pure energie op maximum zet. Jumping Harmonica Fabian Bennardo aka Lord Bennardo, een drummer op full drive Gert Servaes en op gitaar een stevig rock rockende M.I.B. Man in blues Renard Lesire. De bandnaam komt van “Well Well Well” van R.L.Burnside (overleed in 2005 op 78-jarige leeftijd). De ruige electric blues herkennen we ook in nrs als “Steaming Down” met als basis de onsterfelijke boogiechillen van John Lee Hooker. Tijdens de eerste set merken we vooral steaming Lord Bennardo op jumping mondharmonica, die hij met zijn wah-wah tot electric North Mississippi Hill Country Blues harp omtovert. De tweede set is even energiek en geeft de voorste rij fans dezelfde boost als op het podium. Renard zingend met azuurblauwe Fender, dan weer met een schitterende Gibson hollowbody, brengt big fun in de tent. “Train Train Train”, dansende lachende gezichten die met dezelfde trein rijden, drie maal Yeah en drie maal Well roepen. Het publiek vooraan is nu helemaal uit de bol geraakt. We zijn er allemaal Well Well Well van geraakt, net als Rosetta.
Guy Cuypers foto © Manon Houtackers
video 2 - Video 3 - Video 4 - Video 5
video 2 - video 3 - video 4 - video 5 - video 6
|